Onderzoek opent nieuwe deuren voor geitenijs!

IJs is lekker, maar je moet er natuurlijk geen buikpijn van krijgen. Voor veel mensen is dat echter de realiteit. Het gangbare (room)ijs is meestal gebaseerd op koemelk en dat is notoir slecht te verteren door mensen. Voor niet minder dan drie kwart van de wereldbevolking zorgt het nuttigen van koemelk in meer of mindere mate voor ongemak in de buik. Vooral in Azië. Zijn veruit de meeste mensen eigenlijk niet geschikt voor het consumeren ervan. In een ‘koemelkland’ als Nederland zullen er veel mensen zijn die hierover hun schouders ophalen, maar ook als je tot die gelukkige groep van mensen behoort bij wie koemelkproducten niet tot problemen leiden is het goed te beseffen dat ook hier veel mensen zijn – zo’n 10 procent – die vanwege een lactoseintolerantie liever geen zuivelproducten op basis van koemelk willen drinken.

‘Mijn vriendin heeft dat bijvoorbeeld: die laat koemelk links liggen, maar drinkt wel graag geitenmelk’, vertelt ondernemer en medeoprichter van Happy Goat Goodness Victor Boone als hij wordt gevraagd naar de oorsprong van zijn bedrijf. ‘Dat viel me op toen ik een aantal jaar geleden op een geitenboerderij woonde. Samen met mijn compagnon Lars Hoffmann ben ik toen Happy Goats Goodness begonnen.’

Het innovatieve element is volgens Boone dat de geitenmelksmaak volledig ontbreekt. ‘Ons ijs smaakt niet naar geit. Het smaakt gewoon naar heel lekker roomijs met verse vruchten. Maar het heeft wèl de voordelen als het aankomt op het verteren ervan. Vooral voor mensen met extra gevoeligheid voor koemelk.’

Het jonge bedrijfje maakt ijs van ‘100 procent Nederlandse geitenmelk en echt fruit – zonder het gebruik van smaakstoffen. Boone: ‘Dat was toen echt gericht op het bieden van een alternatief voor mensen met koemelkallergie en dat is natuurlijk nog steeds zo. Maar dat zijn gelukkig niet zo vreselijk veel mensen. Het komt vooral veel voor bij baby’s. Maar lactoseintolerantie is een ander verhaal: het grootste deel (schattingen lopen uiteen, maar waarschijnlijk zeker 65 procent, red.) van de wereldbevolking heeft daar in meer of mindere mate last van. Mede dankzij het onderzoek dat we met de Wageningen Universiteit naar ons product deden, weten we nu dat ons product ook voor die veel grotere groep echt voordelen biedt.’

Tekst gaat door onder de afbeelding

Opvallend weinig bekend

Deze Flevo Campus kennisvoucher in samenwerking met Horizon Flevoland is er op gericht om voedselondernemers in Flevoland de kans te geven professionele onderzoekers in te zetten om hun bedrijf te verbeteren, mits die verbetering ook goed is voor de samenleving. Het kersverse ijsmerk van Boone en Hoffmann kwam bij deze organisaties in beeld toen ze een demo mochten draaien bij Albert Heijn in Almere Haven (uitgebaat door franchisenemer BUN supermarkten) en in de eerste week 614 cups verkochten. ‘Dat is voor een nieuw product echt heel prima.’

Na deelname aan het Food Pioneers programma van Flevo Campus, werden Boone en Hoffmann op de voucher gewezen tijdens het aansluitende vragenuur en gezamenlijk het aanvraagtraject voor de kennisvoucher doorlopen. ‘Zo kwamen we terecht bij Wageningen University & Research, waar onder leiding van Etske Bijl en Qing Ren een onderzoek werd opgetuigd. Daar waren we heel blij mee, niet alleen omdat het een gerenommeerd instituut is. We merkten meteen dat het voor hen ook een oprecht interessante kwestie was. Etske Bijl had bijvoorbeeld al onderzoek gedaan naar zo’n tweeduizend soorten individuele koeien. Maar ze vond zelf dat er opvallend weinig bekend is over geitenmelk. Dat is deels te verklaren doordat we natuurlijk in een echt koeienland leven, maar het is ook gek. Wereldwijd wordt geitenmelk het meest geconsumeerd.’

Een team van studenten ging vervolgens aan de slag met melkmonsters uit de productietanks van Happy Goat Goodness en zette zich tot een uitgebreid literatuuronderzoek. Daaruit bleek dat een portie ijs van Happy Goats Goodness voor de meeste lactoseintolerante mensen geen probleem moet zijn. ‘Met die uitkomst waren we natuurlijk zeer tevreden! Er gaan nu deuren open die eerder gesloten bleven. We betreden een veel grotere markt en het project heeft ons een extra USP (Unique Selling Point) opgeleverd. De financiële impact moet nog blijken, maar ik verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan het imago van de geitensector. Hopelijk ontstaat er meer waardering voor onze Nederlandse geitenboeren. Als consumenten zich bewust worden van de voordelen van geitenmelk en wat het voor hen kan betekenen, dan profiteren wij én de hele sector daarvan.’