Onderzoek
Almere stad consumeert steeds meer plantaardige zuivel
De bevindingen bevestigen het beeld dat naar voren kwam in de online enquête die we eerder hebben uitgezet. In dit artikel lichten we de onderzoeksopzet en de belangrijkste resultaten toe.
Stickers, hokjes en briefjes van de Flexi-zuivelaar
Bezoekers van FC De Toekomst kregen de mogelijkheid een tweetal posters en enquête-briefjes met vragen over hun zuivelgebruik en voorkeuren in te vullen. Op de eerste poster konden mensen stickers plakken of vakjes kleuren om hun mening te geven (zie foto 1). Op de tweede poster schreven mensen hun drie favoriete zuivelproducten op (zie foto 2). Tenslotte lagen er kleine briefjes met een paar vragen over zuivelgebruik (zie foto 3) om in te vullen.
57 mensen hebben een enquête-briefje ingevuld. Iets meer dan de helft van hen komt uit Almere Stad. 12 mensen komen van buiten Almere of wilden niet zeggen waar ze wonen. De andere 15 respondenten wonen in andere stadsdelen. De briefjes zijn door ongeveer twee keer zoveel vrouwen als mannen ingevuld. De gemiddelde leeftijd van de invullers is 37, met de jongste 9, en de oudste 78 jaar oud. We hebben geen reden om aan te nemen dat de briefjes door heel andere mensen zijn ingevuld dan de posters. Wel weten we dat meer mensen iets op de posters hebben geschreven. Deze bezoekers vormen waarschijnlijk geen dwarsdoorsnede van de bevolking van Almere.
Plantaardige zuivel is heel gewoon
Op poster 1 konden deelnemers aangeven of ze voor dierlijke of plantaardige zuivel kiezen – of voor allebei – door een hokje in te kleuren (bijvoorbeeld groen voor dierlijke zuivel, zie foto 4). Precies de helft van de 92 respondenten gaven aan zowel voor dierlijke als voor plantaardige zuivel te kiezen. Van de andere helft koos iets meer dan 60% (28 respondenten) voor plantaardige zuivel.
Op poster 2 konden respondenten opschrijven welke drie zuivelproducten zij als favoriet bestempelen (zie foto 2). Dit werd door 58 respondenten ingevuld. Zij noemden in totaal 162 producten. Voor twee derde van die producten werd niet gespecificeerd of ze plantaardig of dierlijk zijn (een enkeling noemde koemelk of geitenkaas, maar de meeste mensen schreven gewoon ‘melk’ of ‘kaas’). We nemen in deze gevallen aan dat het om dierlijke producten gaat. Een derde van de genoemde producten zijn specifiek plantaardig (kokosmelk, plantaardige boter). 15 respondenten – iets meer dan een kwart – noemden zowel een dierlijk als een plantaardig product.
Tenslotte vroegen we mensen op de enquête-briefjes (foto 3) in te vullen welk zuivelproduct voor hen topfavoriet is. 57 mensen beantwoordden deze vraag. Plantaardige zuivelproducten komen na ‘kaas’ en ‘yoghurt’ op de derde plaats. Let wel; daarbij zijn alle plantaardige producten die genoemd werden opgeteld.
Al met al ondersteunt dit de bevindingen uit de online enquête: veel van onze respondenten zijn flexi-zuivelaar. Daarmee bedoelen we dat ze zonder direct veganistisch te zijn wel plantaardige zuivel gebruiken. Plantaardige zuivel blijkt voor veel mensen heel gewoon. Hierbij wil ik opmerken dat deze resultaten doen vermoeden dat het een vrij specifieke groep is die aan ons onderzoek heeft meegedaan.
Kaas, yoghurt en melk
Als we verder kijken dan alleen dierlijke en plantaardige zuivel blijken kaas en yoghurt favoriet. Zowel op poster 2 als op de enquete-briefjes kwamen deze producten als populair uit de bus. Met melk is echter iets bijzonders aan de hand. Op de briefjes, waar mensen maar één favoriet zuivelproduct mochten opschrijven, werd ‘melk’ slechts sporadisch genoemd. Het werd echter wel regelmatig genoemd op de posters, waar mensen drie favoriete producten konden opschrijven. Bovendien werd in die lijstjes van drie favoriete producten ook vaak een plantaardig melkproduct genoemd. Het lijkt erop dat melk het voor veel mensen aflegt tegen yoghurt en kaas – en dus voor weinig mensen topfavoriet is – maar wel populair genoeg is om in de top drie te belanden. Dit is te verklaren doordat respondenten bijvoorbeeld yoghurt eten bij het ontbijt, kaas op de cracker – en (soja)melk in de koffie.
Wanneer, hoe vaak en waar
Een groot deel van de respondenten gebruikt elke dag zuivel (zie tabel 1). Uit onze eerdere online enquête bleek dat mensen vooral zuivel gebruiken bij het ontbijt. Ook dat wordt in dit onderzoek bevestigd (zie figuur 2). Daarnaast konden mensen in een open vraag aangeven waarmee ze zuivel eten of drinken. Op deze vraag kwamen heel veel verschillende antwoorden: naast die in de tabel werden bijvoorbeeld ook havermout, gebak, ei, peulvruchten, fondue, borrelhapjes, boter en salades genoemd. Het is duidelijk dat zuivel door onze respondenten vooral wordt gegeten met brood, fruit en muesli, en soms bij de warme maaltijd.
102 mensen reageerden op de vraag waar ze zuivel kopen (poster 1). Een overgrote meerderheid – meer dan drie kwart – doet dat bij de supermarkt. Een klein deel (13%) koopt zuivel bij de boer, een vergelijkbare groep koopt zuivel ergens anders.
Conclusie
De posters die in FC de Toekomst hingen bevestigen het beeld dat uit de online enquête naar voren is gekomen: zuivel wordt vaak en op veel verschillende manieren gebruikt en plantaardige zuivel is populair. In hoeverre de flexi-zuivelaar ook breder in opkomst is, of dat die voornamelijk samenhangt met ons specifieke sample, valt nog te bezien.
In deze blogreeks onderzoeken Lector Stedelijke Voedselvraagstukken Esther Veen en Flevo Campus onderzoeker Gaby van der Wens welke rol zuivel – dierlijk én plantaardig – inneemt in het voedselpatroon van Almeerders. Zo proberen ze zicht te krijgen op de verscheidenheid van deze productgroep, en tegelijkertijd meer te weten te komen over enerzijds de verschillen en anderzijds de overeenkomsten tussen voedselpatronen.